
Verslag 2-daagse PICARDIE
Onze huisdichter-verslaggever Frank gaf éénmaal andermaal het beste van zichzelf.
Geniet ervan en bekijk ook de foto's in onze fotogalerij!
De tweedaagse zit er weer op: voorwaar een zeer geslaagde editie. Picardië was dit jaar het reisdoel.
De organisatoren Annie, Lieve en Ansfried bleven maar schone dingen uit hun mouw schudden, het ene al mooier of imposanter dan het andere. We kregen -ik wist niet dat er daar zo veel waren – 3 kathedralen op 2 dagen voorgeschoteld. Het angstzweet brak al uit bij Rik en mezelf: op de volgende vierdaagse moeten we dat aantal toch kunnen verbeteren? Wij gaan dus voor 4 of 5, al moesten we een kathedraal 2 of 3 keer bezichtigen. De zoektocht naar Duitse kathedralen is bij deze begonnen.
Maar tot de orde van de dag. Naar goede gewoonte startte dag 1 ontiegelijk vroeg: om 06.30 uur aan bakkerij Smetjes. Ik denk dat de eersten er al om 05.30 waren, echt niet te doen die vroege vogels.
Velen leken maar wat opgelucht om chauffeur Gregory, netjes gewassen en proper op zijn eigen, de bagage te zien inladen. De kans om huiswaarts te keren met een intacte bus was al direct met 100% gestegen.
De rit verliep vlot en redelijk stil, hier en daar een lintje dat naar beneden bengelde en hier en daar werd ook wel een oogje dichtgeknepen.
Na een korte stop in een ultramodern en rijkelijk van WC’s (1) voorzien tankstation annex shop , bereikten we Soissons, in de volksmond ook wel Chwosjion genoemd.
Eerste bezoek van de dag was de (ruïne) van de abdij Saint-Jean-des-Vignes. Annie zette haar beste beentje (rechts) voor en vergastte ons op de bus op een luguber verhaal waar schrikwekkende steunberen, wimbergen, pinakels, fialen en lancetdingen in voorkwamen. Gruwelijk, die gothiek. En al die beelden met de kop eraf, wie heeft zich daar mee beziggehouden?
Na de abdij trokken we busgewijs naar de kathedraal met de welluidende naam Saint-Gervais- (ook wel le petit gervais genoemd) et-Saint-Protais: een kanjer uit de 12de eeuw met een lengte van 116 meter en een breedte van 26 meter. De hoogste toren klokte af op 66 meter. Eat your heart out, Armand Duplantis. Het middagmaal werd smakelijk verorberd in restaurant La Cathedrale., met zicht op, ja, de kathedraal.
Eerst mocht Lieve een nieuwigheid introduceren: chique bonnetjes voor het eten. Voor iedereen? Ba nee, gij, alleen voor de visliefhebbers. De vleeseters moesten het maar redden zonder chic bonske. Een discriminatie zonder weerga, uniek in de annalen van DF Moorsele. Toppunt was dan nog dat die eetbons moesten teruggegeven worden.
Op het restaurantplafond prijkte een geschilderd portret van de Frankische koning Clovis, een vent uit onze vaderlandsche geschiedenis die iedereen zich wel herinnert van zijn lagere schooljaren van efkes geleden. Die Clovis had naar het schijnt ook iets met vazen, zo vertelt de legende toch. En de vazen en glazen waren inderdaad goed gevuld en Clovis keek welwillend neer op onze borden en in de glazen vazen. Daarna trokken we monter en voorzien van nat en droog naar Septmonts. Daar werden de resten van een kasteel bezocht, een ex-kasteel dus, met een nog redelijk intacte donjon.
Enkele dapperen (of ADHD’ers? of masochisten? of avonturiers?) beklommen die Don Juan van 7 verdiepingen en 47 m hoog. Een fraai vergezicht was de karige beloning.
Daarna volgde de laatste verplaatsing van de dag: Laôn, de gekroonde berg. En inderdaad, je zag de kathedraal al van ver schitteren, op een soort tafelberg van 180 meter hoog. De bus pedaleerde naar boven als de beste Victor Campenaerts (Gregory had dezelfde snor!) tot wanneer hij niet verder mocht. Na wat heen-en-weergemanoeuvreer werd de DF-meute gelost en trok dan DF-gewijs – dwz op volle straatbreedte en volume op 10- naar de Place Aubry.
Daar stond de prachtige kathedraal de Notre Dame ons op te wachten in al haar grootse glorie: gebouwd tussen 1155 en 1235 ( nu zou dat zeker nog 50 jaar langer duren), 110 meter lang, 30 meter breed, hoogste toren 60 meter. Ook nu weer vlogen gevleugelde woorden en termen (uit de mythologie? uit de sprookjes van de gebroeders Grimm?) ons langs de oren, sommige woorden met een ongekend erotische bijklank. Daarbij denk ik aan Annies blind triforium, Ansfrieds travee met zij-apsis en het noordelijk transept van iemand die anoniem wil blijven. Graag nog even vermelden dat onze grootste medereiziger, Geert V., niet kon tippen aan 2 uitbundige Franse gendarmes. Hij schoot serieus te kort in lengte.
Maar al bij al, wat een magnifiek bouwwerk was dit! Adembenemend en van een eeuwige schoonheid en grootsheid.
De busrit naar het hotel verliep vlot. De uitdeling van de kamersleutels was dan van een andere orde. Wat een geklungel was dat. Ook de kamerverdeling was niet altijd spic en span. Een eenling had drie bedden, anderen die 2 aparte bedden nodig hadden, hadden een dubbel bed … nee, dat kon beter.
Daarna volgde de kamerintrek en dan gauwgauw weer naar beneden voor een aperitief. Waren dat even serieuze prijzen, zeg. Een glas rode wijn … 12,50 euro. Een glas bier … 12,50 euro … Lang geleden dat ik nog zo lang had zitten genieten van een pint. Sommigen hadden dan nog tegenslag op de koop toe: Mark morste zeker voor 2 euro bier bij een gevaarlijk maneuver, Geert tjaffelde zeker met wel 4 euro drankverlies tot gevolg. Tijdens de aperitief bleken nog wel een paar rare zaken uit een of andere mouw te komen: Rik vond een ei in zijn canapé op de kamer en Ann vond harige substanties op haar hoofdkussen.
Maar het avondeten en de uitnodigende bonnetjes naast het bord maakten alles goed. Het was heel lekker. En dan naar bed. Maar, gedroomd dat ik heb! Ik werd achtervolgd door gargoyles, Merovingers in transept en werd bijna opgegeten door een volumineuze steunbeer. Akelig.
Het hotel was echter zeer zeker ok: heel fraai gelegen aan het water, mooi terras en dito kamers, goede matrassen, vlotte bediening.
Dag 2 kon niet beter beginnen: een copieus ontbijt met alles erop en eraan. Meer dan genoeg en zeer lekker. En dan moesten de pralines van jarige Ansfried nog komen, waarvoor dank en dikke proficiat.
Daarna volgden we de Chemin des Dames (naar verluidt de weg met het grootste aantal ongevallen in Frankrijk, maar ja, what’s in a name!) en werden we herinnerd aan de gruwelen van WO1. We stopten even in Corbeny waar we een blitzbezoek brachten aan een Franse en Duitse begraafplaats, we passeerden de Caverne du Dragon, we hoorden het ingrijpende Chanson de Craonne. Ook Napoleon liet zich van zijn beste kant zien (achterkant) langs de weg, ter herdenking van zijn laatste overwinning voor hij in Waterloo ferm onder zijn botten kreeg.
Dag 2 stond helemaal in het teken van Saint-Quentin, Quintinus voor de vrienden.
We werden opgewacht door 2 lieftallige gidsen voor een rondleiding in de basiliek en het stadhuis. Onze gids (die voor de slimste groep dus) was knap in alle opzichten: klare taal, bevattelijk, veel info en ze sprak dan ook nog goed Frans. En niet mis om naar te kijken ook. De basiliek was dan ook zeer zeker de moeite waard en het stadhuis vond ik dan nog knapper en interessanter. Ook hier was het van dadde en was de erotiek nooit ver weg: we zagen flamboyante puntgevels, een valse borstwering, uitspringende balkons en prachtig ingesneden beeldhouwwerken en veel art deco- interieur.
Raar maar waar, een ons onbekend koppel -waarschijnlijk Denen van de vierdaagse in Sussex- volgde de rondleiding mee zonder verpinken en natuurlijk zonder te betalen. Die onbeschaamde Denen toch. Maar, alles zeer fraai en de moeite waard. Chapeau.
Het middagmaal in La Java was eveneens een voltreffer, de dorade was alleszins fantastisch, mede dankzij het puike bonnensysteem en de lieftallige bonnenverdeelster en ophaalster. Niets gaat verloren.
Daarna werd de groep opgesplitst; een groep ging het water op in gammele houten bacôves, de anderen bezochten het station in art deco-stijl. En na verloop van tijd vice versa.
De tocht op de vijvers en moerassen die de Somme heeft achtergelaten, was heel aangenaam. We vaarden (elektrisch, dus stil, iets wat niet DF-eigen is) door het natuurreservaat en konden genieten van de fauna en flora. Af en toe was er zelfs een brochet (snoek) te zien, of een héron (reiger) en zelfs een oiseau de crème (ijsvogel). Het moet gezegd: van veraf gezien hadden de bootjes veel weg van de kalutjes waarmee asielzoekers hun heil en geluk zoeken door de oversteek op de Noordzee te wagen. Rina deed er dan nog een ferme schep bovenop door zich te verkleden in moslima.
Het was heel warm en de feloranje reddingsvesten zorgden voor overvloedig zweet uit poriën waarvan menigeen niet wist dat hij die had.
Dag 2 werd afgesloten met een tractaat op de terrassen van de Java. Dit was ik nog vergeten te zeggen: Ivan was de 2 dagen al heelhuids doorgekomen, waarvoor een vuistje. Het noodlot sloeg echter opnieuw toe wanneer je het niet meer verwacht, en Lucien maakte kennis met de harde Franse grond. Een gabbe was het gevolg. Onze dokters zonder grenzen Jef en Joost haalden al vlug hun alaamkoffer boven om Lucien op te kalefateren, maar sterke Lucien beet op zijn tanden en sloeg alle verzorging en operatieve hulp af.
Na het tractaat, en het moet van mijn hart, maar van een vlotte efficiënte bediening hadden ze hier echt geen kaas gegeten, trokken we naar de bus van Mandel Cars, waar Gregory net wakker was geworden van een schoonheidsslaapje.
De rit was verbazingwekkend kort en in een aai en een draai stond de bus weer op de parking in Moorsele. Het was mooi geweest en iedereen was content.
Bedankt voor de mooie tweedaagse.
Bedankt, Gregory.
Bedankt voorbereiders.
Bedankt meegaanders.
Tot de volgende.